Onlangs werd ik geraakt door een gedeelte uit Hosea 2. Ik las over de woestijn, en hoe God Zelf Zijn kinderen in die woestijn naar Zich toe lokt: ‘Daarom, zie, Ikzelf ga haar lokken, haar de woestijn in leiden en naar haar hart spreken.’
Het bracht voor mij een nieuwe dimensie aan het ‘waarom van lijden’. Vaak hebben wij geen antwoord op ‘lijden’, en vaak is dat antwoord er ook niet. Toch lees ik in dit hoofdstuk iets van een antwoord. Want God zegt: ‘Ik leid in de woestijn… ‘
God gebruikt ons lijden, om te spreken tot ons hart. Wanneer wij lijden, loopt Hij naast ons. Hij lokt ons naar Zich toe en leidt ons. Dat betekent niet dat Hij het lijden ook wil of bewerkstelligt. Maar dat Hij er helemaal in is en ons geen moment alleen laat staat vast. Hij lokt ons, in de woestijn, naar Zich toe en leidt ons naar Zijn hart.
Persoonlijk heb ik er iets van ervaren: Juist in het diepste lijden, was God zo dichtbij. Ik kon Hem soms lijfelijk voelen. Zijn hand om mijn hand, Zijn armen om mij heen. Zijn stem in mijn hart, in mijn oren, in mijn hoofd. God was en is erbij in de woestijn en Hij spreekt tot ons. Wat een genade, en wat een vreugde kan dat geven, zelfs in de woestijn van het lijden.
Wanneer ik verder lees, zegt God: ‘Ík zal haar daarvandaan haar wijngaarden geven.’
Wanneer je met God in de woestijn van het lijden bent, mag je weten dat je daar niet altijd hoeft te blijven. Hij zal je er uit leiden, om je opnieuw wijngaarden (overvloed aan volheid) te geven. Wat een hoopvolle belofte is dat. Het betekent dat het lijden van deze tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid die komt (Romeinen 8).
De wijngaarden zullen volmaakt overvloedig zijn, wanneer wij in Gods heerlijkheid mogen ingaan. Maar ook in het leven hier op aarde wisselt de periode in de woestijn af met perioden tussen de wijngaarden. Dat zegt God.
Hij spreekt: ‘Het dal van Achor zal worden tot een deur van hoop’.
Ontroerend mooi vind ik dit. Want het is waar: Door het diepe lijden heen, opent God nieuwe deuren van hoop. Juist in de woestijn, Achor, is er ook licht. Er is een uitweg, een deur van hoop. Die Deur is Jezus Zelf. Hij zegt in Johannes 10: ‘Ik ben de Deur, indien iemand oor Mij ingaat, die zal behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden.’
Ingaan en uitgaan…. Zolang wij op deze gevallen wereld leven zullen we door woestijnen heen gaan, om vervolgens in wijngaarden en groene weiden te zijn. Soms moeten we terug de woestijn in, maar niet voor lang. Want uiteindelijk zal de woestijn niet langer een woestijn zijn. Er komt een dag, dat Jezus ons opneemt in Zijn heerlijkheid. Dan zullen we niet langer ingaan en uitgaan, maar voor eeuwig in Zijn heerlijke groene weide zijn. Veilig, beschermd, bij Hem.
Tot die tijd: het Dal van Achor zal zijn een deur van hoop. Daar zal ik zingen als in de dagen van mijn jeugd. (Hosea 2:14)
Hij lokt, Hij leidt, Hij geeft hoop, Hij doet zingen. Ooit komt er een dag…..